Overslaan naar inhoud

Plaatselijke regels 

1. Buiten de baan 

1.1.   Alle omheiningen rondom de baan.
1.2.   De practice, behalve bij het spelen van hole 3 (zie regel 4.3. hieronder).
1.3.   Een bal die de weg tussen de holes 6 en 9 oversteekt en aan de andere kant van de weg komt te rusten is buiten de baan, alhoewel ze op een andere deel van de baan ligt.
1.4.   De landbouw gronden rondom de golf baan. Het is strikt verboden de bal terug te gaan halen in de velden.
1.5.   De fairway van hole 15, bij het spelen van hole 13.

2. Losse obstakel (R. 15.2)

2.1.   De stenen in de bunkers.  

3. Abnormales baancondities (inclusief vaste obstakels) (R. 16.1)

3.1.   Alle wegen en paden. De hellingen en de hekken langs het pad dat de holes 10 en 11 oversteekt maken deel uit van het obstakel.
3.2.   De houten balken geplaatst in de bunkers van holes 18.
3.3.   Alle vaste sproeikoppen. Indien een dergelijke obstakel zich bevindt op of binnen twee clublengten van de te spelen green en zich tevens bevindt op de speellijn tussen de bal en de hole, mag de speler deze belemmering, zonder straf, als volgt ontwijken :
​- indien de bal buiten de green en binnen twee clublengten van het obstakel ligt, maar niet in een water hindernis, mag deze worden opgenomen, schoongemaakt en worden gedropt op het punt het dichtst bij de plek waar de bal lag, dat 
​(a) niet dichter bij de hole ligt, 
​(b) waar het obstakel zich niet tussen de bal en de hole bevindt en dat 
​(c) niet in een hindernis of op een green ligt.
​- als de bal in een bunker ligt, moet deze in de bunker gedropt worden.

4. Grond in bewerking (GUR) & No Play Zone (NPZ)

4.1.   Het is verboden vanaf een plaats gedefinieerd als grond in bewerking (GUR) en No Play Zone (NPZ) te spelen.
4.2.   Het is verboden om op wintergreens te spelen. Een blauwe paal is geplaatst in het midden van elke wintergreen en wordt versterkt door blauwe markeringen op de grond die grenst aan de wintergreen (NPZ).
4.3.   Bij het spelen van hole 3, wordt de practice als grond in bewerking beschouwd. Zou de speler van de witte tees gespeeld hebben dan moet hei de bal van de Men's droppingzone  spelen en wanneer de speler van de blauwe tees is gestart dan moet hij de bal vanaf de Ladies' droppingzone spelen.
4.4.   Als de bal op hole 8 in de NPZ valt, moet de speler een 2e bal spelen zonder straf vanaf zijn teeingebied. 
4.5.   Alle banen en paden, hekken en hellingen langs de wandelpromenade die hole 10 en 11 kruisen, worden beschouwd als NPZ..
​- Bij het spelen van hole 10: de speler moet de bal spelen vanaf de dropping zone op de terp van hole 10, zelfs als de bal op hole 11 ligt.
​- Bij het spelen van hole 11: de speler moet de bal spelen vanaf de droppingzone op de heuvel van hole 11, zelfs als de bal op hole 10 ligt..

5. Diverse

5.1.   Indien een bal in een bunker komt te liggen in een groef gevormd door water afvloeiing, mag de speler, zonder straf, de bal in de bunker droppen zo dicht mogelijk bij de plek waar deze lag, maar niet dichter bij de hole.
5.2.   Als een bal een straatlicht, een hoogspanningsmast of -kabels aanraakt, moet deze weer gespeeld zonder strafslag van de plaats zo dicht mogelijk van de plaats van waar de oorspronkelijke bal gespeeld werd.

6. Afstand peilen

6.1.   6.1. Midden van de green: paal met een geel merk ​​150m
                                                         paal met een geel merk ​​100m
6.2.   Begin van de green: gele plaat ​​ ​​150m
                                              rode plaat ​    ​​100m